Beeldentaal
Een beeld dat lang beklijft
en aan mijn ogen haakt.
Jongen op een ijsschots.
mond
die open gaat
voet
die aarzelend het water raakt.
Vrienden die geen vrienden zijn
kijken toe
hoe hij woorden tracht te maken.
Achter hen een vrouw
die zwaait
en tekens naar hem zend,
haar vlag omhoog.
Zij ziet hoe krimpend van de kou
zijn huid verouderd
zijn ogen dof geworden zijn.
De warmte van haar hand
het ijs niet kan ontdooien.
Beeld
het zweeft mij achterna.